het helemaal niet ‘vrij goed’ met de Amerikaanse bloedhandel. Een aantal processen tegen firma's die in de jaren tachtig besmet bloed op de markt brachten loopt daar nog steeds. De ‘tucht van de markt’ werkt niet zelden te laat.
Keuzenkamp maakt van mijn oproep om eens wat kritischer aan te kijken tegen de opmars van het marktdenken in sferen die daaraan vreemd zijn, een algemene afwijzing van de markt als allocatiemechanisme. Maar dat is niet mijn standpunt. De markt is in beginsel het beste mechanisme om diensten, goederen en waarden te verdelen in overeenstemming met de voorkeuren (en de koopkracht) van producenten en consumenten. In beginsel, maar lang niet altijd in de praktijk.
De tucht van de markt werkt uitstekend bij een bakker die onsmakelijke broodjes bakt, als er in de buurt genoeg andere bakkers zijn. Maar het probleem van de bloedmarkt is dat de tucht daar niet zo goed werkt. In Der Spiegel (45-1993) vond ik het een en ander over de Duitse bloedmarkt. Die is niet gering: een jaarlijkse omzet van drie miljard dm. Om onverklaarbare redenen worden in Duitsland meer bloed en meer bloedprodukten gebruikt dan in de rest van Europa bij elkaar. De verkopers hebben het bij zo'n enorme vraag voor het zeggen - zoveel weet zelfs ik van economie - en de Duitse bloedhandel wordt in het Spiegel-artikel gekarakteriseerd als een wereld van speculanten en avonturiers, waarin bloedproducten van fantasienamen worden voorzien en naar believen anders geëtiketteerd. In dit gezelschap duikt zelfs Alexander Schalck-Golodkowski op, die tot de ineenstorting van de ddr de kwade zaken van Honecker en diens consorten in het Westen regelde.
Keuzenkamps veronderstelling dat de donoren van de ub Plasma gratis gevende vrijwilligers waren, klopt niet. Het ging om donoren die volgens het latere onderzoek drugsverslaafden waren en van wie de bloedfirma niet aan kon tonen dat men ze behoorlijk lichamelijk onderzocht had alvorens hun bloed was afgetapt. Welbewust wordt door de commerciële bloedbedrijven in Duitsland aan ‘pooling’ gedaan, het bij elkaar voegen van afgetapt bloed, waardoor het moeilijker wordt verontreinigingen en besmettingen aan te tonen - iets wat Titmuss een kwarteeuw geleden al aanvoerde als een belangrijk bezwaar tegen de handel in bloed.
De ‘tucht van de markt’ heeft in dit geval dus in het geheel niet gewerkt, ook al omdat het overheidstoezicht op de bloedhandel in Duitsland buitengewoon laks schijnt te zijn geweest. De ‘tucht van de markt’ is - of het nu om brood, bloed of babyvoeding gaat - in het