4
Staat en markt
Misleidend debat
In 1976 voorspelde de Amerikaanse econoom Milton Friedman in een ten onrechte beroemd geworden beschouwing de ondergang op termijn van de democratische verzorgingsstaten. Wanneer de overheidsuitgaven meer dan 60 procent van het nationaal inkomen zouden gaan bedragen, dan was volgens hem de kritische grens overschreden. Een weg terug zou dan niet meer mogelijk zijn. Democratie en verzorgingsstaat zouden ineenstorten, zoals dat in Chili al gebeurd was.
Friedman ontving in datzelfde jaar de Nobelprijs voor economie, maar zeker niet voor dit artikel. Want de logica was daarin ver te zoeken. Zeker, in Chili werd de democratie omvergeworpen - maar niet vanwege een topzwaar geworden verzorgingsstaat. De overheidsuitgaven ten tijde van de moord op Allende beliepen geen 60 procent, maar 40 procent van het Chileense nationale inkomen - en dat is maar de minste ongerijmdheid in Friedmans betoog.
Niettemin is de omvang van de overheidsuitgaven in vrijwel alle rijke landen het voornaamste strijdpunt in de politiek geworden. Ook in Nederland. Op het eerste gezicht is dat maar al te begrijpelijk. In alle moderne westerse staten beslaan die overheidsuitgaven niet alleen een steeds groter deel van het nationaal inkomen, maar stijgen zij ook in steeds hoger tempo. Hoe gewoon iedereen dat vindt, blijkt wel uit het feit dat ook nu nog een vermindering van dit stijgingstempo algemeen als ‘bezuiniging’ wordt gevoeld.
De unieke economische groei van de afgelopen dertig jaar is, waarschijnlijk voor altijd, voorbij. Vandaar dat de groei van de overheidsuitgaven nu een probleem is geworden. Wat niet zo vanzelfsprekend is, is de wijze waarop aan dat probleem vorm is gegeven. Want meestal komt dat neer op een of andere variatie op Friedmans stelling. De groei van de overheidsuitgaven wordt dan gelijkgesteld met toenemende overheidsinvloed op het economische en maatschappelijke leven. Politici, die er overigens in het geheel niet vies van zijn hun privé-opvattingen over zedelijkheid dwingend aan de bevolking op te willen leggen, blazen het vuurtje regelmatig aan en