Voorzover ‘de revolutie’ in zijn eerste fase een vrij algemeen aanvaarde doelstelling had, was dat de afschaffing van het absolutisme en de schepping van een constitutionele monarchie naar Brits voorbeeld. Een hele reeks afzonderlijke en niet met elkaar samenhangende besluiten en gebeurtenissen maakte die oplossing onmogelijk: de radicalisering van de nieuwe volksvertegenwoordiging; de verscherping van het binnenlands conflict door de aanval op de kerk; de stompzinnigheid van de Bourbons na de executie van Lodewijk xvi, toen zij weigerden een andere uitkomst te aanvaarden dan herstel van het absolutisme; de mobilisering en regimentering van de Franse natie in dienst van binnenlandse onderdrukking en buitenlandse expansie.
Het is dit ingewikkelde en zeker voor de tijdgenoten ondoorzichtige mozaïek, dat men ‘de Franse Revolutie’ is gaan noemen, en dat door het geven van die naam het karakter van onontkoombaarheid en eenheid heeft gekregen. Een eenheid waarin elk afzonderlijk element niet een toevallige bijdrage aan een chaos is geweest, maar een noodzakelijk en onmisbaar onderdeel van een geheel. ‘De Franse Revolutie is één bloc geweest,’ luidt een beroemd gezegde van Clémenceau, en dat vat dit aspect van de revolutie precies samen.
Díe revolutie is echter een uitvinding achteraf, niet een doel waarnaar mensen met wil en bewustzijn gestreefd hebben. Het moderne begrip ‘revolutie’ is namelijk zelf resultaat van de Franse Revolutie, en dat is dan ook een volgende factor die de beantwoording van Journaille compliceert.
‘Revolutie’ betekent letterlijk: omwenteling, en het is in deze betekenis dat dit woord voorkomt in de astronomische geschriften van de zestiende en zeventiende eeuw. Daar vindt men het bijvoorbeeld in de titel van Copernicus' grote werk, die vertaald luidt: ‘Over de omwentelingen van hemellichamen’. Overgedragen naar de sfeer van de politiek krijgt ‘revolutie’ vervolgens de betekenis van: herstel van het oude. Zo zal Clarendon, de monarchistische geschiedschrijver van de Engelse Burgeroorlog, de restauratie van de Stuarts in 1660 betitelen als ‘revolutie’. Na burgeroorlog, executie van Karel i en Cromwells protectoraat, keert Engeland immers terug naar de toestand van weleer. Het rad van de geschiedenis heeft zijn omwenteling voltooid. Bijna dertig jaar later wordt Clarendons woord tegen hemzelf en de Stuarts gebruikt, als de verdrijving van de laatste Engelse Stuart en de vestiging van een constitutionele monarchie een ‘Glorious Revolution’ opleveren. De afschaffing van het absolutisme wordt dan voorgesteld als het herstel van de oude Engelse vrijheden,