Wereldgeschiedenis in alledaags decor
Over enkele dagen is het veertig jaar geleden dat de Slag om Arnhem werd gestreden. Op zondag 17 september landde het Eerste Britse Corps luchtlandingstroepen, waarbij ook de Eerste Poolse Parachutistenbrigade was ingedeeld, bij Arnhem, de Amerikaanse 82ste Luchtlandings Divisie bij Grave, en de eveneens Amerikaanse 101ste Luchtlandings Divisie tussen Eindhoven en Veghel. Hun opdracht was het veroveren van de vele bruggen over de grote en kleine rivieren, kanalen en andere waterwegen tussen Arnhem en het bruggenhoofd van het Britse Dertigste Legercorps bij Neerpelt, ten zuiden van Eindhoven aan de Belgische grens.
De Slag om Arnhem mislukte: de geallieerden waren daar ‘een brug te ver’ gesprongen. Maar Eindhoven werd bevrijd. Het boek dat daarover is verschenen, heb ik onlangs in één ruk gelezen. Mijn belangstelling ligt enerzijds voor de hand: ik woon sinds jaar en dag in Eindhoven. Het is zeer merkwaardig om vast te stellen dat de frontlijn op een gegeven moment langs mijn voortuin liep, ook al was die voortuin er toen nog niet en ikzelf eigenlijk ook niet, nog veilig verstopt in de moederschoot.
Aan de andere kant echter weet ik niet goed raad met de ontroering die me steeds weer overviel bij het lezen van De Bevrijding van Eindhoven. Ik was er niet bij, ik heb er niets mee te maken gehad. Het boek, geschreven door een student in de geschiedenis, is een verwonderlijk knap voorbeeld van plaatselijke geschiedschrijving. Dat is zeker één reden van de fascinatie: de straten, huizen en velden uit het dagelijks leven blijken plotseling ooit strategische betekenis te hebben gehad in een van de mogelijk beslissende veldslagen van de Tweede Wereldoorlog.
Dat de Waalbrug bij Nijmegen een belangrijke schakel in de opmars van de bevrijders was is vanzelfsprekend; verwonderlijker is te merken dat hetzelfde geldt voor de vier Eindhovense bruggetjes over de nietige Dommel. Het grootse, wereldhistorische, blijkt zich af te spelen in het decor van het alledaagse. Dat zou eigenlijk niet verrassend moeten zijn: de grote veldslagen uit de Nederlandse geschiedenis heten Nieuwpoort, Heiligerlee, Waterloo.
Het verrassende, soms schokkende, soms verwarrende van een boek als De Bevrijding van Eindhoven is dat het laat zien hoe de oorlog het snijpunt was van dagelijks leven en van wat achteraf geschiedenis heet. De tekst van het boek biedt daarvan talloze voorbeelden, maar misschien nog veelzeggender zijn de talrijke afgebeelde foto's.