chino Visconti en Pier Paolo Pasolini. De laatste vroeg haar voor de hoofdrol in zijn film Medea; het leidde tot een innige, maar platonische verhouding die Callas zelfs Pasolini's seksuele geneigdheid deed loochenen, ook al had ze eerder per ongeluk gezien hoe Pasolini een mannelijke figurant keurde. De vriendschap met Visconti leidde tot een aantal schitterende operaproducties waarin Callas de hoofdrol zong en hij de regie deed. Daarvan resten alleen maar foto's en onvolkomen geluidsregistraties, stiekem opgenomen door bezoekers aan de voorstelling. Hij vroeg haar vergeefs voor de hoofdrol in een van zijn beste films, Senso. Allebei waren ze hogelijk erotisch geïnteresseerd in de tenor Franco Corelli, maar hij was dat in geen van hen beiden.
Veel aandacht besteedt Bret aan de relatie tussen homoseksualiteit en operadiva's, die het verschijnsel van de ‘Callas boys’ moet verklaren, jonge heren die buitenzinnig van geestdrift raakten bij haar optredens en haar meest toegewijde fans waren. Hoe hij van sommige opvoeringen weet te melden dat er een ‘largely gay audience’ bij aanwezig was, begrijp ik niet. (Zo zijn er wel meer rare dingen in dit boek: een Italiaanse ambassade in West-Berlijn, de aria ‘In questa reggia’ die in Madama Butterfly gezongen wordt, in plaats van in Turandot en een muziekdrama dat consequent als ‘Die Walküre’ wordt gespeld.)
Zelf begreep ze eerst niet veel van ‘these odd little men’. Later wel: ‘To them, I'm the Bette Davis of opera.’ Volgens Bret mogen de meeste opera's dan wel heteroseksuele intriges hebben, maar is dat van minder belang dan dat de vrouwelijke protagonisten in opera's veelal buitenstaanders zijn, omdat zij de heersende moraal hebben overtreden. Dat maakt het juist voor homoseksuelen mogelijk zich met Norma, Carmen, Butterfly of Lucia te identificeren.
Op 17 juni 1959 belde de miljonair Aristoteles Onassis de met Callas bevriende roddeltante Elsa Maxwell en deelde haar mee: ‘My greatest ambition, my dear Maxwell, is to fuck Callas. And you shall help me.’ Maxwell verschafte Onassis een lijstje met dingen waarop je in de omgang met Callas moest letten en kreeg als dank een cheque met een fors bedrag, te incasseren als de verleiding lukte. Callas was op dat moment getrouwd met de veel oudere Batista Meneghini, in wie ze na haar afslanking niet meer seksueel geïnteresseerd was. Hij was bovendien impotent geworden, als hij dat al niet bij de huwelijksvoltrekking was geweest. Zo gaat Bret door. Aldus beschrijft hij de scène in de villa van het echtpaar Meneghini, waar het tot de breuk