terreur’ voeren, maar hun beleid in het algemeen. De titel van het boek verwijst naar het uitgangspunt dat vicepresident Cheney formuleerde: als er een kans van 1 procent bestaat dat iets een gevaar voor de Verenigde Staten is, dan doen we in het vervolg alsof het 100 procent zeker is. Zo gezien is het niet verwonderlijk dat de regering-Bush nooit heeft laten onderzoeken of er ‘massavernietigingswapens’ in Irak waren.
De gevolgen van de ‘1-procentdoctrine’ zijn door Suskind vooral in kaart gebracht waar het de CIA betreft. Deze werd niet meer geacht informatie te vergaren, te zeven en te analyseren, maar de al ingenomen standpunten van de president te ondersteunen. Toen minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell - geen lid van de Bush-getrouwen - zich na zijn fameuze presentatie over de Iraakse massavernietigingswapens in de VN-Veiligheidsraad beklaagde bij Cheneys stafchef - Powell zou het met onjuiste en onbetrouwbare gegevens hebben moeten doen - antwoordde deze dat Powell zich daarover niet druk moest maken. De presentatie had geen ander doel dan gunstige pr voor de oorlog.
Een tragische rol speelde George Tenet. De president had hem in zijn functie gehandhaafd, ook al was hij door Bill Clinton benoemd. Dat, en het feit dat Bush hem niet als zondebok gebruikte na ‘9/11’, maakte Tenet zo afhankelijk van de president dat hij zich beetje bij beetje gedwongen zag de integriteit van zijn dienst op te offeren aan zijn loyaliteit aan Bush.
Helemaal nieuw is het verhaal van Suskind niet, want behalve op interviews heeft hij zich vooral gebaseerd op de 19.000 regeringsdocumenten die hij indertijd van de oud-minister van Financiën Paul O'Neill kreeg. Dat resulteerde in The Price of Loyalty, waarin O'Neill onder meer onthulde dat een oorlog tegen Irak al werd beraamd vanaf de beëdiging van de president, acht maanden voor ‘9/11’.
Minstens zo relevant was het beeld van de besluitvorming in het Witte Huis. Bij kabinetsvergaderingen gedroeg de president zich ‘als een blinde man in een kamer vol doven’. Hij was in het geheel niet geïnteresseerd in het advies van zijn ministers en liet ze raden naar