ontstane fascistische regime is volgens Ledeen nooit in staat geweest die beweging bloed en vlees te geven. Te weinig revolutionair.
Aan de loopbaan van Ledeen, soms op de universiteit, soms in regerings- en veiligheidsdienst, hangen onaangename geurtjes. Hij is onder andere in verband gebracht met het vervalste memorandum dat zegt dat Irak uraniumerts in Niger probeerde te kopen, het memorandum dat president Bush niettemin aanvoerde als argument om Irak aan te vallen.
Michael Ledeen is een van de minst bekende, maar invloedrijkste ideologen van het neoconservatisme, dat tot nu toe in hoge mate de agenda van de regering-Bush heeft bepaald. Het einde van de Koude Oorlog houdt voor hem in dat het nu tijd is voor een ‘Amerikaanse revolutie’ die de hele wereld moet treffen. ‘Wij zijn een ideologische natie en onze succesvolste leiders zijn ideologen.’ In boek na boek en artikel na artikel heeft hij de laatste twintig jaar betoogd dat het Amerika's taak is om overal in de wereld door middel van revolutie democratie in te voeren. Zijn centrale stelling luidt dat militair geweld het geschiktste middel is om democratie tot stand te brengen. ‘Het instrument bij uitstek voor democratie is het Amerikaanse leger.’ In zijn boek The War against Tenor (2002) legt hij uit hoe de Verenigde Staten democratie in de rest van de wereld moeten vestigen: ‘Wij kunnen leiden dankzij ons hoge morele voorbeeld, maar angst inboezemen is betrouwbaarder en het effect duurt langer. Als we tonen dat we gruwelijke straffen kunnen uitdelen, zal onze macht veel groter zijn.’ Hij voorziet de mogelijkheid dat Frankrijk en Duitsland een overeenkomst sluiten met radicale moslims om extremisme en terrorisme te gebruiken teneinde het Amerikaanse imperium ten val te brengen.
Net als al die andere neoconservatieve ‘denkers’, zoals Irving Kristol en Richard Perle, vertoont Ledeen geen enkele interesse in de democratie in eigen land, hoewel het daarmee toch treurig is gesteld. Van ‘vrije en eerlijke verkiezingen’ was in 2000 noch in 2004 sprake. Aan de maatstaven die niet alleen de regering van de Verenigde Staten hanteert bij de beoordeling van verkiezingen in andere landen, voldoet Amerika zelf niet.