als een relatie tussen Irak en Osama bin Laden - de twee officiële argumenten voor de invasie.
1. Wederopbouw. Gemeten aan zeven publieke voorzieningen is Irak er slechter aan toe dan voor de oorlog, zo maakte de inspecteurgeneraal voor de wederopbouw, Stuart Bowen, vorige maand bekend op een hoorzitting in de Senaat. Het gaat dan om voorzieningen als drinkwater, riolering, elektriciteit. Ook de olieproductie is gedaald. De wetteloosheid - politiek en crimineel verzet zijn deels inwisselbaar - heeft het maatschappelijk leven volkomen ontwricht.
Ja, er zijn gebieden waar dat niet zo is. ‘Ik vloog vijf kwartier over zand, zonder een levend wezen te zien. Dat is het veilige gebied waar de regering het over heeft,’ zei Congreslid en Vietnamveteraan John Murtha vorige week. Er is geen sprake van dat de nieuw opgeleide Iraakse militairen en politie orde kunnen afdwingen. Het enige bataljon van het Iraakse leger dat vorig jaar door de Amerikanen in staat werd geacht zelfstandig op te treden, heeft die status alweer verloren. De politie is geïnfiltreerd door sektarische milities en moordt en martelt erop los, zodat de tijden van Saddam Hoessein lijken te herleven.
2. Democratisering. Doel achteraf van de oorlog was de democratisering van Irak en daarna van het gehele Midden-Oosten. Dat wordt nog wel aangevoerd door degenen die tegenwoordig maar liever hun mond houden over de massavernietigingswapens. De verkiezingen die in de afgelopen jaren in Irak zijn gehouden, hebben echter geen democratie opgeleverd - net zo min als de tientallen eerdere verkiezingen die vanaf 1920 in het land zijn gehouden.
Erger is dat het woord ‘democratie’ in de Arabische wereld een sinistere betekenis heeft gekregen. Het staat daar nu voor westers militair geweld, gevolgd door vernederende martelpraktijken, niet voor een rechtsorde waarin ieder vrij is om te kiezen. Democratisering van het Midden-Oosten is door de oorlog in Irak moeilijker geworden. Maar die oorlog is ook ten koste gegaan van de democratie in Amerika zelf, waar deze wordt gebruikt om de president boven en buiten de wet te stellen.
3. De kosten. Volgens de architect van de oorlog, Paul Wolfowitz,