WMD werden gevonden. Toch had, om er maar één te noemen, minister van Defensie Donald Rumsfeld vóór de oorlog verklaard: ‘Wij weten dat ze er zijn en wij weten waar ze zijn.’ Wie herinnert zich niet de presentatie van minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell voor de Veiligheidsraad op 6 februari vorig jaar? De Nederlandse minister-president vond deze ‘indrukwekkend’, zoals hij ook diep onder de indruk was van de ‘bewijzen’ die premier Blair hem had laten zien. Het waren allemaal leugens en verzinsels.
De verdedigingslinie van de leugenaars is mooi samengevat in de kop die het Britse weekblad The Economist kort geleden voor Blair en Bush bedacht: ‘Oprechte leugenaars’. De beide regeringsleiders werden geëxcuseerd met het argument dat ze oprecht in de dreiging en aanwezigheid van WMD hadden geloofd. Dat is een huiveringwekkende redenering. Indien geaccepteerd, zou deze politici vrijpleiten van kwade trouw en incompetentie, zolang ze maar geloven wat ze zeggen. Goede trouw veronderstelt echter dat als iemand een stellige uitspraak doet over bijvoorbeeld massavernietigingswapens, hij dat doet op basis van solide en onweerlegbare informatie. Over die informatie beschikten Bush en Blair niet. Ze waren te kwader trouw toen ze de wereld voorhielden dat de dreiging van Saddam Hoessein zó groot was, dat de oorlog geen dag kon worden uitgesteld.
De uitslag van dit onderzoek maakt ook iets anders duidelijk. De indammingspolitiek van de Veiligheidsraad ten aanzien van Irak na de Golfoorlog is succesvol geweest. De sancties hebben gewerkt en de wapeninspecties eveneens. Er was geen enkele noodzaak voor een oorlog.
Hoe moeilijk het is ongelijk te bekennen, bewees The Economist, dat zich indertijd aan de zijde van Bush en Blair stelde. Zijn berichtgeving over het eindrapport van de ISG staat onder de kop ‘Still not found’, alsof het rapport niet uitsluit dat die massavernietigingswapens nog ooit gevonden kunnen worden, terwi ze helemaal niet bestonden. Het blad vermeldt dit laatste in het geheel niet, evenmin als de centrale conclusie van de ISG dat Irak geen bedreiging vormde en niet over productiefaciliteiten voor WMD beschikte. Het maakt mel-