van waarnemingsballonnen. Een paar maanden later kwam Bush met een nieuw bewijs: de vondst van een ampul met een levende stam van dodelijk botuline. De ampul bevatte echter botuline b, niet geschikt als biologisch wapen, en was in de jaren tachtig door Amerika aan Irak geleverd.
De onderzoekers van de Carnegie Endowment hebben nu zorgvuldig in kaart gebracht wat er vóór Bush tot de oorlog besloot feitelijk bij inlichtingendiensten bekend was over ‘massavernietigingswapens’, hoe die kennis door de regering-Bush is gebruikt, en wat er achteraf van waar blijkt te zijn geweest.
De Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten beschikten na 1998, toen de wapeninspecties van de Verenigde Naties (VN) werden opgeschort, niet over harde gegevens over Iraakse wapenprogramma's. Hun rapporten berustten voornamelijk op giswerk, waarbij ze de neiging vertoonden het zo somber mogelijk voor te stellen. Maar ze maakten wel duidelijk hoe groot de onzekerheidsmarges waren. De Amerikaanse (en Britse) regering hebben echter systematisch al die onzekerheden en voorbehouden genegeerd en het voorgesteld alsof zij zich baseerden op harde feiten. Daarbij hebben zij willens en wetens niet alleen alle informatie die niet in hun kraam te pas kwam genegeerd, maar ook welbewust in het klein en groot gelogen.
In het klein: volgens de Amerikaanse regering kon Irak Amerika bedreigen met onbemande vliegtuigjes, uitgerust met sproei-installaties voor biologische wapens, ‘mits deze vliegtuigjes naar Amerika waren gebracht’. Ze liet achterwege dat dit volgens de Amerikaanse luchtmacht kletskoek was. In het groot: er was geen enkele aanwijzing dat Irak nog een nucleair programma had, maar Bush en de zijnen beweerden publiekelijk dat Irak een atoombom nagenoeg klaar had.
Het rapport maakt duidelijk dat de VN-inspecties tot 1998 buitengewoon effectief zijn geweest. In tegenstelling tot de Amerikaanse regeringspropaganda hebben ze feitelijk aan de Iraakse productie van ‘massavernietigingswapens’ een eind gemaakt, met gedeeltelijke uitzondering van het programma voor de bouw van geleide wapens. Ook het optreden van de VN-inspecteurs vanaf najaar 2002 is zeer