De Amerikaanse politiek stevent af op een volslagen mislukking, en dat wordt niet duidelijker gedemonstreerd dan door de voorbereidingen van de Amerikaanse regering om de VN nu toch maar een grotere rol in Irak te geven. Dezelfde VN die door diezelfde regering een halfjaar geleden hooghartig als machteloze kletsclub naar de vuilnisbelt der geschiedenis werd verwezen.
Door de Nederlandse regering is deze stap al enthousiast verwelkomd. Dat past in haar halfhartige, om niet te zeggen hypocriete opstelling. Aan de ene kant liep ze vanaf het begin klakkeloos achter Amerika aan en vond ze een jaar geleden dat de oorlog best zonder toestemming van de VN kon worden gevoerd. Maar eraan meedoen, dat moest maar niet. Aan de andere kant beriep minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer (CDA) zich vorige week uitgerekend op resolutie 1441 van de Veiligheidsraad om de Nederlandse steun aan een oorlog buiten de Veiligheidsraad om te verdedigen.
De stap van de Amerikaanse regering kan het best worden vergeleken met het besluit gezamenlijk met een bord konijnenkeutels te ontbijten. Dat getuigt van durf, maar niet van smaak. Het is bovendien te laat en te weinig. Washington wil dat andere lidstaten van de VN troepen gaan leveren, maar ze moeten dan wel onder bevel van een Amerikaanse generaal staan. Evenzo mogen zij financieel gaan bijdragen aan de bezettingskosten, maar Paul Bremer blijft de Amerikaanse proconsul die politiek de dienst uitmaakt. Het ziet er niet naar uit dat landen als Frankrijk, Rusland, India en Duitsland bereid zijn om Amerika op deze voorwaarden te hulp te schieten. Volkomen begrijpelijk: waarom zouden hun soldaten als schietschijven dienst moeten doen in het kader van een mislukte Amerikaanse politiek, en waarom zouden zij mee opdraaien voor de kosten ervan? De rol van Gekke Henkie heeft de regering-Balkenende al geestdriftig op zich genomen.
Maar het is ook te laat. De bezetting heeft al te lang geduurd, zonder het gros van de Iraakse bevolking een normaal bestaan te gunnen. De geloofwaardigheid van elke buitenlandse bemoeienis, ook die van de VN, is daardoor het nulpunt genaderd. Zelfs als Ame-