De positie die de Nederlandse regering in de afgelopen maanden heeft ingenomen, getuigt van weinig beleid. Het begon met een brief van de minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer aan de Tweede Kamer van 4 september vorig jaar waarin al bij voorbaat instemming viel te lezen met de door de Verenigde Staten aangekondigde oorlog. Voor de Nederlandse regering was een mandaat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) voor zo'n oorlog niet noodzakelijk. Toestemming van de Veiligheidsraad heette slechts ‘wenselijk’.
In antwoord op Kamervragen deelde de minister mee over deze kwestie geen behoefte te hebben aan een advies van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken. (Die, zoals de naam al zegt, voor zaken als deze juist in het leven is geroepen.) Dit met het argument dat het hier niet om een juridische, maar om een politieke kwestie ging, alsof de volkenrechtelijke rechtvaardiging van zo'n oorlog niet bij uitstek een politieke factor is! Een oorlog gelegitimeerd door de Veiligheidsraad is immers iets heel anders dan een oorlog die Amerika (met steun van Nederland) buiten de Verenigde Naties om zou voeren.
Het regeringsstandpunt van 4 september was zowel voorbarig als vrijblijvend. Er bestond op dat moment voor Nederland geen enkele reden om zich, buiten Europees en NAVO-verband, al zo uit te spreken, terwijl aan deze ferme mening geen enkel materieel gevolg werd verbonden in de vorm van militaire steun.
Vervolgens sloeg de Amerikaanse regering alsnog de weg van de VN in, en op 7 november nam de Veiligheidsraad unaniem resolutie 1441 aan, die Irak de laatste kans geeft zich van massavernietigingswapens te ontdoen en VN-inspecties toe te laten, op straffe van ‘ernstige gevolgen’. Natuurlijk draaide de inmiddels demissionaire Nederlandse regering mee met het gewijzigde Amerikaanse standpunt. Terwijl zij op andere terreinen doorregeerde alsof ze haar ontslag niet had aangeboden, deed zij geen enkele poging om een standpunt te formuleren over de gronden waarop ons land wel of niet zou meewerken aan een Amerikaanse oorlog tegen Irak.
Het spoeddebat dat de Tweede Kamer daarover voerde, verhel-