Samle fersen (= Verzamelde gedichten)(1981)–Pieter Jelles Troelstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 392] [p. 392] aant. Aan 't kerkervenster De wereld breidt zich voor mij uit, De lachende, lokkende verte. Nu rijst m' een wonderschoon geluid In 't felbewogen herte. Nu vliegt mijn geest, als 't vooglijn snel, Door wouden en bloeiende velden, Hoort marktgejubel en klokkenspel Het leven der steden melden. Nu doemen paleizen en kerken op, En tonen hun kunstjuwelen; Nu hoor ik in groene eikentop De nachtegaal lieflijk kwelen. Een toverwereld zweeft voorbij In woedende, joelende scharen - - Mijn hart wat beuzelt en mijmert gij? Laat al uw dromen varen! Mijn arme ziel, och, zwelgt ook gij Uit de kelk der verbeelding u dronken? Wat droomt gij van reizen? O Spotternij, Ik ben in boeien geklonken! Ik ben gebonden! Arm hart wees stil, Vermaak u met ijdele dromen. Al is 't na mijn dood - wees stil! wees stil! - De stonde der vrijheid zal komen! Vorige Volgende