Samle fersen (= Verzamelde gedichten)(1981)–Pieter Jelles Troelstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Aan de haard Grillige vlammen er warlen Boven het knetterend vuur: Spokige schaduwen dwarlen Haastig langs zolder en muur. Grootje, de handen gevouwen, 't Oog half met tranen gevuld, - Beeld van gelovig vertrouwen - Is in een lichtgloed gehuld. Over haar rimplige wangen Tintelt de rozige gloed: Oude, verstorven gezangen Ruisen haar weer tegemoet. Kleinkindje leunt op haar knieën, Staart haar al luisterend aan; Oogjes, zo licht! - als een dauwdrop, Glinstrend in 't schijnsel der maan. [pagina 376] [p. 376] aant. Grillige beelden er dwarlen Boven het knett'rende vuur; Luchtige schaduwen warlen Spelend langs zolder en muur. Grootje beschouwt haar verleden; 't Wekt haar een lach en een traan; Kleinkindje staart zo verwonderd: Vreemd blikt de toekomst haar aan. Vorige Volgende