Samle fersen (= Verzamelde gedichten)(1981)–Pieter Jelles Troelstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Verlangen naar liefde De bloem, half verschroeid door de zonne, Smeekt regen, de zegen der lucht; Naar levende melk snakt de zuigling, De zeeman naar 't vaderland zucht. Doorpriemd van een gloeiend verlangen, Door dorst en door honger gekweld, Snakt mijn hijgende ziel naar de liefde, Uit het hart ener vrouwe geweld. Van het zwerven in 't land mijner dromen Door het zoekend verliezen verward, Zoekt mijn ziele naar rust in de schaduw, Naar rust aan een maagdelijk hart. Ik hijg naar het heerlijk omvatten Van een boezem, slechts golvend voor mij; Ik smacht naar de blik van twee ogen, Die stralen als zonnen voor mij. Ik tast om mij heen naar twee handen, Wier druk mij doortintelt met kracht; Ik dorst naar twee purperen lippen, Wier kus al mijn lijden verzacht. Gespoord door dit gloeiend verlangen, Doorzoek ik het plekje om mij heen. Waar zijt gij, waar zijt gij, vriendinne? Ach, 't valt mij zo moeilijk alleen! Vorige Volgende