Samle fersen (= Verzamelde gedichten)(1981)–Pieter Jelles Troelstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De gouden eeu op nieus verguldt of de vrolycke doodendans Tsa, Princen, Heeren ende Professoren, Schilders, Poeëten ende dierghelycke, Starren van onsen Republycke, Die weer int Leeven syt herbooren, Ghy allen, Mannen van hoghe Naemen, Laet ons huyden in vreughd versaemen, Blinckend in uwen ouden glans, Danst nu den vrolycken Doodendans. Doen ghy nogh leefden in groter Eeren, Prince van Nassavv, ghy ons bevrijdden Uyt tyrannye door dapper strijden, Ende door kruydt en loodt t'hanteeren, Wilt nu uw hoghe moet verleeren, Ende niet doen als blij brageren; Strijdt was tevooren, 't is treves thans, Danst uwen vrolycken Doodendans. [pagina 359] [p. 359] Hoghe Ghesanten van vreemde Rijcken, Die in veel treecken sijt bedreeven, Bruyckt nu dit lieve nieuwe Leeven Voor u gheneughte tot beter Practijcken, Wilt nu het Italjaanse kuypen Flux in de Franse wijnkuypen versuypen, Drinkt opsen Duyts en springt opsen Frans, Danst uwen vrolycken Doodendans. En ghy, clarissimi Professores, Wegh met u boecken ende crakeelen, Smeert met den wijn u verdrooghde keelen, Weest nu verblijdt met u Auditores. Laettet nu sien aen onse Nepotes, Dat waere Wysheyt nimmer en doot es. Slaet om u slapen den wingert krans, Danst nu den vrolycken Doodendans. Schilders, Poeëten, ghy lustige luydtjes, Stijght in een luchtighe rey uytteraerden, Geeft onse vreughden nu hogher waerden, Ciert onse Zalen met bloemtjes en cruydtjes, Verwt met u sangh op ghebloosde wanghen, Hogher colueren van dieper verlanghen. Voegt nu der schoonheyt bloeyenden krans, Danst uwen vrolycken Doodendans. Tsa, jonghe Jeught, en schreumt niet om hovieren; Ende, ghy maeghdekens, gaet ons versellen. Niet met u stuursheyt ons hert en wilt quellen, Lustigh met ons overstraeten wilt swieren. Laet, soete diertjens, van gracy vervulden, Den gouden Eeu ons op nieus weer vergulden. Geeft ghy nieu Leeven, coluer ende glans, Aen deesen vrolycken Doodendans. Vorige Volgende