De gouden oogst(1944)–Fernand Toussaint van Boelaere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] [Roode roos, die eenzaam ruift in 't avond-uur] Roode roos, die eenzaam ruift in 't avond-uur, zij schonk u mij, een zoeten dag van rijpe vreugd; doch mij strekt ge niet tot smart, noch lokt tot avontuur: uit te bloeden blijft immers't veiligste geneugt. Spreek me daarom van háar, schoon beeld van gratie, verkond, o Roos, dat ze mint, en ook weet wie ze mint; verkond mij, door den diepen fonkel van uw statie, dat zij minnen zal wie haar aan-spreekt en overwint. Dan zal, o Roos, met dit hart dat uitsterft als gij, dat dag aan dag heeft gesmacht om liefde en wat rust, ik stil ingaan den dood - zooals ruift uw blâren-rij - tevreden als haar oog, lijk de nacht, mijn lijden sust. Vorige Volgende