niet, dat we misschien wel iets mals doen als we zo ongeveer met de tuinslang bij zulke ‘natuur’ moeten blijven staan, maar dat we het beheer van de rest van de wereld moeten aanpassen om deze natuur vochtig genoeg te houden. Hoezo ongerept?
Er zijn meer van zulke wonderlijke tegenspraken. Zo moet een groot deel van de genoemde natuur, blijkens de teksten, gebruikt worden voor massarecreatie, want er moet natuurlijk verdiend worden door de ns, de anwb en de Grontmij. ‘Meld u telefonisch aan’, roept de krant zijn lezers toe, ‘en wees er snel bij, want vol is vol. Als u met de trein komt, krijgt u op vertoon van uw vervoerbewijs ter plekke een leuke verrassing van de ns.’ Leuk is het woord. Bijna elke alinea doordringt ons er ook van dat we totaal vervreemd zijn van deze zuivere natuur. Overal zijn educatieve paden, excursies, expo's en info's. ‘Deskundige gidsen leiden u rond.’
Het moet ook allemaal nú gebeuren, begrijp ik. ‘Nog nooit was er zoveel enthousiasme voor de uitbreiding van de oppervlakte natuur in Nederland. De benodigde ruimte daarvoor kan nu gevonden worden, bijvoorbeeld door vrijkomende gronden aan te kopen’ (cursivering van mij, WvT). Daar komt de aap uit de mouw. Die vrijkomende gronden zijn natuurlijk grotendeels boerenland, cultuurlandschap, bewoond landschap waar geen deskundige rondleiding in nodig is. Schokkend is, dat in die hele actiekrant nergens wordt verwezen naar enig prachtig dorp, wonderschoon stadsgezicht, naar vindingrijke nieuwe landschapsarchitectuur of stedenbouw. Dat is allemaal oninteressant, deel van de bedorven cultuur. Wat mij opvalt, is dat Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat niet deelnemen aan de uitgave. Die hebben allemaal nog hun eigen ijzers in het vuur. ‘Nederland dreigt een stadspark te worden’, meldt de campagnekrant omineus. Maar Nederland is een stadspark. De vraag is alleen hoeveel we ervan laten verknoeien door smakeloze