10. Afrikaans
door F. Ponelis
10.0. Inleiding
De geschiedenis van het Nederlands aan de Kaap en in het latere Zuid-Afrika
betreft in de eerste plaats de geschreven taal. Formeel, geschreven Nederlands
was in de tijd van de Vereenigde Oostindische Compagnie (tot aan het einde van
de 18e eeuw) de belangrijkste cultuur- en schrijftaal van de gemeenschap en werd
sindsdien tot in de eerste decennia van de 20e eeuw steeds als cultuurtaal naast
het Engels gebruikt. Met betrekking tot de Compagnie is er een grote verzameling
ambtelijke documenten in kanselarijstijl overgeleverd. Hiervan is een klein
gedeelte uitgegeven, waaronder het dagregister van Jan van Riebeeck (Bosman
& Thom 1952) en officiële stukken zoals de resoluties van de Raad van
Justitie (Boëseken 1986). In de Compagnies-tijd was de institutionele basis van
formeel Nederlands bijzonder zwak. Met name de kerk drong het sociale systeem
aan de Kaap niet diep binnen, en van de verbreidheid van de Statenbijbel in die
tijd moet men zich niet veel voorstellen. Maar de sociale reconstructie die
volgde op de Britse kolonisatie schiep nieuwe, gunstiger voorwaarden voor het
ABN. Aan het einde van de 19e eeuw kwam er een renaissance van het ABN in
Zuid-Afrika, merkbaar aan een verscheidenheid van Nederlandse kranten,
tijdschriften en boeken. In de media handhaafde het ABN zich tot in de jaren
dertig van de huidige eeuw, toen het nog in diverse kranten werd gebruikt.
Uit de informele Nederlandse omgangstaal is aan de Kaap het Afrikaans ontstaan.
De benaming Afrikaans is een betekenisverdichting uit de
woordgroep Afrikaans Hollands, waarin Afrikaans gewoon een adjectief was bij het zelfstandig naamwoord Hollands, zoals nog gebruikelijk in het Nederlands. Uit deze
woordgroep is in het Afrikaans het adjectief Afrikaans
gesubstantiveerd. Daarvan is weer later een adjectief Afrikaans(e) afgeleid met de betekenis ‘van/in het Afrikaans’,
bijvoorbeeld in Afrikaanse poësie ‘poëzie in het Afrikaans’,
Afrikaanse skrywer ‘iemand die in het Afrikaans schrijft’.
Het oorspronkelijke adjectief Afrikaans ‘van Afrika’ is
uitgestorven en vervangen door een substantief dat als eerste stam wordt
gebruikt in bijvoorbeeld Afrikatale ‘talen van Afrika’. In het
Nederlands wordt getracht de vervelende homonymie tussen Afrikaans als benaming
voor de taal en Afrikaans als adjectief behorende bij het
naamwoord Afrika te verhelpen door de taal aan te