Ook de verbreiding van de zogenaamde Gooise r is
hierop terug te voeren.
Streven naar regelmaat, eenvoud en efficiëntie zijn factoren die naar ons
gevoelen opvallend zijn in de Nederlandse morfologie van de laatste vijftig
jaar. De aandacht die we in paragraaf 8.2.2. daaraan besteed hebben is vooral op
materiaal uit de laatste decennia gebaseerd, niet alleen omdat uit die periode
meer gegevens beschikbaar zijn, maar ook omdat de meest spectaculaire
ontwikkelingen zich in die tijd schijnen voor te doen. Syntactisch verandert het
Nederlands nauwelijks merkbaar. Zeker is de invloed van informele taal en dito
constructies opmerkelijk, maar een spreektaalverschijnsel als de
herhalingsconstructie is nooit zichtbaar in geschreven taal. We hebben in dit
geval te maken met een algemeen voorkomend verschijnsel, waarop door
verschillende taalkundigen de aandacht gevestigd is in de hier behandelde
periode, maar graag zouden we willen weten hoe lang die constructie al in onze
taal voorkomt. De onachterhaalbare tijd maakt veel interessants echter
ontoegankelijk.
Ook een verklaring van taalveranderingen stelt ons voor moeilijkheden. We komen
er niet wanneer we de vervanging van de woordgroep ter plaatse
door het algemeen gebruikelijk geworden ter plekke in de jaren
zeventig of de onnodige vervanging van plaats door locatie aan mode toeschrijven. Immers, hoe is die mode dan
weer te verklaren? Zo blijven we met veel vragen zitten en niet alleen op
lexicografisch gebied. De verbreiding van de Gooise r is
begrijpelijk, het ontstaan ervan niet. De verzuchting van de beoefenaars van de
historische taalkunde dat we zoveel niet weten en ook nooit zullen weten, geldt
evenzeer voor de beschouwer van het eigentijdse Nederlands. Het zij zo.