bijbel van Hansken van Liesvelt uit 1538 en de evangelisch gezinde bijbel van Steven Mierdman uit 1545. In deze bijbels waren namelijk voor het eerst afdrukken van een houtsnede opgenomen, met daarop de beeltenis van de duivel die Jezus in de woestijn probeert te verleiden. Het valt aan te nemen dat Jan Tomisz voor zijn stuk gebruik heeft gemaakt van een geïllustreerde bijbel. Op de afbeeldingen van de verzoeking in de woestijn staat de duivel namelijk afgebeeld met een kap op zijn hoofd. Dit staat echter nergens in een bijbel beschreven, terwijl in vss. 497-498 wel heel duidelijk beschreven wordt hoe Eeuwige Haat en Huichelachtige Hoogmoed de duivel een dergelijke kap wordt aangetrokken:
Wij sullen u een niewe cap aen treckken
soo mogen wij bedeckken / u valscheijt altemaelen
Willem Vorstermannn was een grote drukker in de eerste helft van de zestiende eeuw. Ook hij sprong in op de behoefte die ontstaan was aan nieuwe bijbels, maar zijn goede relatie met de overheid, die nog steeds van mening was dat alle bijbelvertalingen de Vulgata moesten volgen, wilde hij niet op het spel zetten. Om mogelijke sancties te voorkomen gaf hij zijn bijbel uit 1532 de titel Den bibel. Tgeheele Oude en Nieuwe Testament met grooter naersticheyt naden Latijnschen text gecorrigeert mee. De uitgever had echt voor ogen om een vertaling naar de Vulgaat te geven, maar de correctuers namen zoveel vrijheid bij het vertalen dat sommige zinnen uit de Liesveltbijbel van 1526 letterlijk werden overgenomen. Zo ontstond er een bijbel die voor elk wat wils bood: de hervormingsgezinden lazen bekende dingen en katholieken vonden de bijbel kerkelijk betrouwbaar. Zo werd de Vorstermannnbijbel de bijbel voor de zoekenden.
Hansken van Liesvelt, die in 1538 een bijbel uitgaf, was hoogstwaarschijnlijk familie van de eerder genoemde Jacob, die in de eerste helft van de zestiende eeuw de grootste leverancier van Nederlandse bijbelvertalingen was. In de loop der jaren werd de Liesveltbijbel steeds Lutherser en sommige edities werden dan ook verboden. Jacob is om zijn verboden bijbeledities in 1545 onthoofd. De vier bekende bijbeledities van Hansken van Liesvelt zijn echter nooit verboden geweest.
Steven Mierdmans tenslotte, zou in 1556 samen met Jan Gheylliaert de eerste Nederlandstalige gereformeerde bijbel uitgeven. Voor het echter zo ver was, werd in 1543 een van zijn eerste bijbeledities, waarin ook al nieuwe godsdienstige ideeën opgenomen waren, verboden. Het bleef niet bij deze ene verboden bijbel en in 1547 vluchtte hij naar Londen, waar hij tot 1554 woonde. Toen werd het hem ook daar te heet onder de voeten en kwam hij weer terug naar de Nederlanden.
Op de volgende pagina volgt een schematische vergelijking van de passages vss. 366-368: