Tuiltje van geurige dichtbloemen op Franschen bodem geplukt(1803)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] Het ontrust gezin. Na zeven jaren huwlyksmin, Leefde Egbert, met zyne echtvrindin, Noch stoorloos en in stille vrede, En alles, in het gantsch gezin, Door zulk een loflyk voorbeeld, mede. 't Was rust by kind en hond, by vogel en by kat. Nooit heeft by Noachs huisgenooten, Welëer in de ark by een gesloten, Die eensgezindheid plaats gehad. Maar, zekre feestdag kwam, en, met verscheiden vromen, Had Egbert wat te veel genomen: Wat deed hy in zyn dronkenschap? Hy sloeg zyne arme vrouw, boosäartig; Zy, op haar beurt óók onrechtvaardig, Gaf, in haar' spyt, het kind een' klap. Het kind schopt thans den hond; de hond, in 't grimmig brommen, Byt straks de kat in staart en poot; De kat, den muur fluks opgeklommen, Byt, in haar' wrok, den vogel dood. Dus word door éénen zot de rust der maatschappyë Rampzaliglyk gestoord, En meest de kleinen, om der grooten zotternyë, Gefolterd en vermoord. hoffman. Vorige Volgende