Tuiltje van geurige dichtbloemen op Franschen bodem geplukt(1803)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Aan Eglé. Ik hoor de tedre tortel klagen, Die 'k op het buigend takje aanschouw'. De liefde is oorzaak van haar plagen, De liefde is oorzaak van myn' rouw; Haar gade ligt op 't veld verslagen, En, ach! Eglé is me ongetrouw. Zy zwoer my honderdwerven, teder, Dat steeds haar min my waar' bereid: Zy stort me in bittre smarte neder, En 'k was ten top van vreugd geleid. Geef, wreede Eglé! uw hart my weder, Of wel myne onverschilligheid. françois. Vorige Volgende