Tuiltje van geurige dichtbloemen op Franschen bodem geplukt(1803)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] De Vliet. 'k Was voor de min geboren, En, ach! zy wrocht myn smart! 'k Mogt Silvia bekoren En ik verloor haar hart! ô Blydste vreugd myns levens, Die 'k nimmer weder smaak'! Waaröm ontvlood my tevens Met u 't herdenken niet aan zulk een zoet vermaak! Zie hier door rots en boomen Het helderst water vliên; Ach, 'k heb aan deze stroomen De ontrouwe vaak gezien! In deze stille streken, In zoele zomernacht, Heeft liefde, in 't groen geweken, De schoonheid vaak gewacht. [pagina 71] [p. 71] Wanneer de winden zwegen, Dan deed haar tred tot my Het blaadje, in 't bosch, bewegen, En 't minnend hart sloeg bly'! Wat zagte toonäkkoorden Gaf 't ruisschen van den vliet Myn meisjes zoete woorden En 't klinkend kuschje niet! In deze schoone streken Verschyn ik keer op keer; 'k Wil hier de ontrouwe spreken, Maar, ach! zy komt niet meer! ô Vlietje, zo ge, in 't stroomen, De trouwlooze eens mogt zien, Zeg haar, dat, aan uw zoomen, Om haar myn tranen vliên! ô Blydste vreugd myns levens, Die 'k nimmer weder smaak'! Waaröm ontvlood my tevens Met u 't herdenken niet aan zulk een zoet vermaak! la harpe. Vorige Volgende