Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 3(1805)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Raadgeving. Minnaars! wilt ge uit vryen gaan, Trekt uw stoutste schoenen aan, Schudt uw kindsche bloôheid uit, Maakt van uw meestresse uw' buit, Neemt het kuschje vóór gy 't vraagt: Nimmer wint hy, die niet waagt. 't Vrouwenhart blyft koel en wreed Voor ons zuchten en ons leed; 't Spot wat met der blooden hoop', 't Is voor tranen niet te koop, Maar aan hem, die 't stout bestryd, Onderwerpt het zich altyd. [pagina 96] [p. 96] Overvallen wy met kracht Dan dat listig zwak geslacht; 't Houd zich moedig, zyn wy laf, 't Is bloôhartig, zyn wy straf, Geven wy dan nooit, te onwys, Onze magt aan haar ten pryz'. Waapnen we ons zo als 't behoort, Trekken wy met stoutheid voort, Toonen we ons gerecht gezag, Levren wy de schoonen slag, Doen wy háár de kluisters aan, Eer ze onszélv' in kluisters slaan. Vorige Volgende