Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 2(1802)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Aan Klorimene. Gy vraagt my, lieve Klorimeen'! Wat vreugde een kusch ons toch kan geven? ô, 't Zoet van 't kusschen smaakt ge alleen, Maar word u nooit beschreven. Zo 't u verborgen bleef zyt gy 'er de oorzaak van. Vergun me uw lipjes aan te raken, En dan zal straks myn mond, die 't u niet schetsen kan, Voor 't minst het u doen smaken. Vorige Volgende