Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 2(1802)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Vergelding. Ik vroeg myn lieve Doris eens, Of ze eenmaal ook, in vroeger dagen, Vóór zy my minde, een' ander' noch Haar liefde en trouw had opgedragen? Ik zag myn lieve herderin Terstond op all' haar vingren tellen. Myn aanzigt gloeide straks van drift, En 'k voelde schrik myn hart ontstellen. ‘Hoe!’ riep ik, ‘zagen reeds door u Zo vele herders zich beminnen!...’ ‘ô Neen!’ dus sprak myn Doris toen: ‘Ik tel slechts uwe herderinnen.’ Het Fransch van leonard gevolgd. Vorige Volgende