Gezamenlijke dichtwerken. Deel 7-9(1856)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 125] [p. 125] De verklikking. Venus zoon mist al 't vermogen, Al 't gezag van vroeger tijd; Al zijn pijltjes is hij kwijt: Doris heeft die in hare oogen; Mikt en schiet er meê in 't rond, En geen pijltje, dat niet wondt. Venus zoon heeft uitgeklonken, Dat aan hem, die 't weten mogt Wie zijn pijlen stal of kocht, Wat hij vraagt zal zijn geschonken: Nu hij die belooning geeft, Ga ik klikken wie ze heeft. [pagina 126] [p. 126] Venus zoon! ik weet uw wapen: Doris voert het in haar oog, 't Schiet, als met uw eigen boog: Ieder schichtje treft de knapen... Neem uw pijlen, Venus zoon! En geef Doris mij tot loon. Vorige Volgende