Gezamenlijke dichtwerken. Deel 7-9(1856)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] In het album van mejufvrouw G** S**. Als koninginne praalt altoos In elken bloemenhof de Roos: De dichter zingt haar menig liedje. Als ze aan den groenen oever bloeit, 't Is of het golfje blijder vloeit: Zoo gaarne ziet haar 't zilvren vlietje. Als ze in het veld ontluiken wil, De herder staat verrukt en stil En speelt haar lofzang op zijn rietje. Elke andre bloem, hoe rijk en schoon, Nijgt willig voor haar pracht de kroon En buigt zich op het tenger sprietje: U, roos van Friesland, minlijk Grietje! Zoo elk aan rozen hulde geeft, Mijn zangster, die maar luttel heeft, Brengt toch u een Vergeetmijnietje. Vorige Volgende