Gezamenlijke dichtwerken. Deel 7-9(1856)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Klagt. Ik hoorde Linaas lied, en mijn begeerige oogen Begluurden haar gelaat, en - 't harte was me onttogen; Nu volg ik en aanbid ik haar. Ze is koel: mijn stoutheid zal mij rouwen! Maar 't was ook waarlijk vol gevaar Haar aan te hooren en te aanschouwen. Naar het Fransch van scarron. Vorige Volgende