Gezamenlijke dichtwerken. Deel 7-9(1856)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] De neger in de suikerplantaadje. Ontscheurd aan vaderland en vrinden, Moet ik, rampzaalge, hier versmachten en vergaan! Waar zal ik troost of toevlugt vinden? Och, blanke mannen! 'k heb u niets misdaan. Och, blanke mannen! gij zijt schrander, maar nog wreeder; Gij hebt een tijgerhart, dat ik niet murven kan. Gij, goede geest! zie uit den hemel neder En help mij, armen, zwarten man. Vorige Volgende