Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3
(1855)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 109]
| |
[pagina 110]
| |
1Abelard en Heloïze leefden in de twaalfde eeuw, en waren twee 2der uitnemendste personen van hunnen tijd door schoonheid en geleerdheid, 3maar door niets roemruchtiger dan door hunne ongelukkige 4liefde. Na het doorworstelen van velerlei jammeren, zonderden zij 5beiden zich in verschillende kloosters van de wereld af, en wijdden 6het overschot hunner dagen aan de godsdienst. Eenige jaren na 7hunne scheiding, kwam Heloïze een brief van Abelard in handen, 8waarin hij aan een zijner vrienden de treurige geschiedenis zijner 9rampzalige liefde met treffende kleuren schetste. Dit geschrift ontvlamde 10op eens den sluimerenden gloed der ongelukkige abdisse, en 11gaf het aanzijn aan die beruchte brieven, waarin zij haren strijd 12tusschen drift en deugd, tusschen pligt en neiging, zoo levendig 13gemaald heeft, en uit welken het dichtstuk van pope (waarvan ik 14eene navolging geef) zoo uitmuntend zamengetrokken en ontleend is. |
|