andere talen door de Regeering, en vooral van zijne literatuur, die niet alleen rijk, maar ook goedkoop is. Wij zijn geene voorstanders van Afrikaansch. Wij meenen, dit de mannen van di Patriot een hopeloozen strijd voeren; maar wij houden staande, dat, indien Afrikaansch en Engelsch als splinternieuwe talen met malkaar in aanraking konden worden gebracht, het eene zonder eenige letterkunde en het andere met eene van zeshonderd jaren achter den rug, de kans der overwinning zoowat gelijk zou staan.’
‘In den regel wint de gemakkelijkste taal het, mits de voorwaarden gelijk zijn.’ Né, selfs waar di voorwaardes ni gelyk is ni, voeg ons hiir by, en verwys na Stelling 37, waar ons nader sal antoon, hoe Afrikaans dit styfdeur teeno'er Hollans gewen het en nog altyd verder wen, hoewel al di voordele an di kant van Hollans was. Mar dis eenvoudig omdat Afrikaans soveul gemakkeliker is, en deur syn gemakkelikheid en reelmatigheid so berekend is ver onse volkstaal. Mar hiirop kom ons terug onder Stelling 43.
Hiir is dit net nodig di feit vas te stel. Di Parlementslid in di deftige Parlementshuis an di Kaap en di Volksraadslid op Bloemfontein en Pretoria; di sendeling onder di kleurlinge en skoolmeester onder di kinders; di Boer in syn werk en di jonge meisi in di voorkamer; di negosant agter syn toonbank en di smit by syn anbyl; di koetsiir met syn pêrde en di skaapwagter agter syn skape; klein en groot, hoog en laag, almal praat Afrikaans; dis maklik en goed.