27ga je gang.’ ‘Houd ze goed vast hoor, Tijger.’ ‘Maak je niet druk Anansi, dat kan ik
28echt wel. Ik werkte vroeger bij een timmerman.’ Anansi sloeg de eerste spijker in de
29planken en toen een tweede. ‘Zo, Tijger, laat die planken nu maar los en houdt deze
30spijker met beide handen vast, dan zijn we eerder klaar.’ ‘Goed,’ zei Tijger en hij
31pakte een spijker en zei: ‘Timmeren, Anansi.’ ‘Heb je hem goed vast, Tijger?’
32‘Natuurlijk.’ Anansi sloeg de spijker echter niet op de kop, maar liet de hamer op
33Tijgers voorpoten neerkomen. ‘Au,’ gilde hij, ‘rotvent, ik vermoord je.’
34Anansi riep zijn gezin en vluchtte met hen diep het bos in.
35Huilend strompelde Tijger naar huis. ‘Anansi heeft me te pakken genomen.’ Zijn
36poten werden door Dokter Uil behandeld en na enkele maanden was hij weer de
37oude. Hij haalde zelf weer zijn booschappen en maakte lange wandelingen.
38Op zekere dag zei hij: ‘Ik ga Anansi zoeken. Als ik hem vind, sla ik hem dood.’
39‘Tijger, je kent Anansi slecht. Het is geen gemakkelijke jongen, pas op, dat hij je niet
40weer te slim af is,’ zeiden de andere dieren. ‘Ik pas wel op, daag!’ En daar ging Tijger.
41Hij moest en zou Anansi vinden.
42Ma Akuba, Anansi's vrouw, was op dat moment in de stad om boodschappen te
43doen. Plotseling dacht ze eraan dat ze nog bij de kleermaker langs moest. Toen ze de
44zaak binnenstapte zag ze Tijger. Ze schrok zich rot toen ze hem aan de kleermaker
45hoorde vragen: ‘Weet je waar timmerman Anansi woont? Ik heb hem nodig.’ ‘Neen,’
46antwoordde de kleermaker, ‘wel woont er een spin enkele uren hier vandaan, maar ik
47weet niet welk beroep hij heeft.’
48Ma Akuba rende naar huis en vertelde Anansi dat Tijger naar hem op zoek was.
49Anansi schrok en begon koortsachtig na te denken. Hij zocht enkele ijzeren staven bij
50elkaar, maakte een vuur en trok een overall aan. ‘Luister,’ zei hij tegen zijn vrouw en
51kinderen, ‘ik ben Anansi, de smid, ik oefen dit beroep al jaren uit, begrepen?’ ‘Ja,’
52antwoordden ze en Anansi ging aan het werk. Hij zweette vreselijk, maar dat krijg je
53als je voor een vuur staat.
54Toen kwam Tijger. ‘Anansi, ik ben al heel lang naar je op zoek, smeerlap.’ Hij greep
55Anansi vast en schudde hem door elkaar. ‘Wat krijgen we nou,’ zei Anansi. ‘Tijger,
56waar heb je het over? Wat doe je nou?’ ‘Wat? Ben je het al weer vergeten? Ik heb