27Tijger brulde: ‘Anansi, waarom lieg je toch zo? Waarom vertelde je de Koning dat je
28op me gereden hebt?’ Anansi zei: ‘Ik ben ziek. De Koning liegt.’ Tijger vervolgde: ‘Je
29gaat meteen met me mee.’ ‘Kijk dan toch hoe ik ril,’ kermde Anansi, maar Tijger was
30niet te vermurwen: Anansi moest en zou zich voor de Koning verantwoorden.
31Anansi probeerde Tijger om te praten: ‘Kunnen we niet één dag wachten, tot de
32koorts gezakt is?’ ‘Nee,’ onderbrak Tijger, ‘je gaat direkt met me mee. Al is de leugen
33nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.’ Anansi jammerde: ‘Maar hoe moet dat
34dan?’ ‘Nou, als je dan zo ziek bent, neem ik je wel op mijn rug.’ Dat was nu precies
35Anansi's bedoeling. Hij stond moeizaam op en zei: ‘Tijger, achter de deur ligt een
36kussentje, mag ik dat op uw rug leggen? Dan zit ik wat gemakkelijker, net alsof het
37een zadel is.’ ‘Het kan me niet schelen, wat je doet, als je maar mee gaat naar de
38Koning,’ sprak Tijger. Anansi sprong op de rug van Tijger en ze gingen op pad.
39Anansi wist precies hoe hij Tijger aan moest pakken en begon plotseling vreselijk te
40beven. Tijger vroeg: ‘Waarom beef je zo?’ Anansi zei: ‘Dat komt door de koorts. Ik
41heb hier een touw, dat ik kan gebruiken als leidsel. Vindt u het goed, als ik u dat in
42uw bek geef? Dan kan ik het touw vasthouden om zo steviger op uw rug te zitten.’
43Tijger antwoordde: ‘Je doet maar!’ Anansi deed het touw in Tijgers bek en hield zich
44eraan vast.
45Na een tijdje begon Anansi weer vreselijk te beven. ‘Waarom beef je nu weer zo?’ en
46Anansi jammerde ‘ik heb koorts, o, die koorts.’ Tijger antwoordde: ‘Het kan me niet
47schelen dat je koorts hebt! Je gaat mee naar de Koning.’
48Ze hadden al een eind gelopen toen Anansi zei: ‘Ik heb hier een ander touw, mag ik
49het gebruiken om de muggen weg te slaan?’ Tijger had er geen bezwaar tegen: ‘Best
50hoor, doe maar.’
51Toen Anansi het paleis zag, schreeuwde hij: ‘De muggen steken me!’ Hij begon
52Tijger te slaan met het touw, want hij zag heel veel mensen op het balkon staan die
53keken hoe hij op de rug van Tijger kwam aanrijden. Hij sloeg Tijger alsof hij een
54paard mende.
55Voor het paleis riep Anansi: ‘Koning, kom eens kijken, hoe ik op Tijger rijd. Ik reed
56op hem van huis naar hier. Hij zei, dat ik tegen U loog!’ Anansi bleef Tijger slaan.