De Conferentie van Helsinki was een unieke ervaring. Nobelprijswinnaar Alexander Solsjenitsyn had erover verklaard dat het Westen er de Derde Wereldoorlog al had verloren en noemde zulke ontspanningspolitiek een uitverkoop aan de machtsbeluste Sovjet-Unie. Op dat punt vergiste hij zich.
Door de mislukking, na de Tweede Wereldoorlog, van de aanvankelijk geplande vredesconferentie, waren de relaties tussen de vroegere bondgenoten aanzienlijk verslechterd. Waar ze macht had, dat betekende waar haar troepen aanwezig waren en waar communistische partijen als handlangers optraden, restte het Westen alleen maar de hoop op betere tijden. Het steunde de Duitse Bondsrepubliek in haar verlangen naar een hereniging met de DDR, maar zette haar ook aan te wachten met ieder optreden dat tot een gewapend conflict zou kunnen leiden. Anderzijds greep de Sovjet-Unie iedere gelegenheid aan om in Europa de grenzen die de facto waren gevormd bij het beëindigen van de vijandelijkheden in 1945 internationaal als landsgrenzen te doen erkennen.
Op de Viermogendhedenconferentie van Berlijn in 1954, had de sovjetminister van Buitenlandse Zaken voorgesteld een veiligheidspact voor Europa goed te keuren. Het kwam erop neer de bestaande toestand, met de machtsuitbreiding van de Sovjet-Unie, tot officiële grens te verklaren. Dit was in strijd met de beginselen die aan de grondslag van de westerse oorlogvoering hadden gelegen. De Sovjets lieten niet na met hun thesis uit te pakken telkens als zij in de evolutie van de wereldpolitiek een voor hen gunstige wending zagen.
Met de Ostpolitik van de regering-Brandt in de Bondsrepubliek was, althans voor Berlijn, een toegeving verkregen: het statuut van deze stad werd bevestigd evenals een matiging in het optreden ten opzichte van de contacten tussen de twee sectoren van deze stad, en tussen de twee Duitslanden. Dit betekende echter nog geen Europees Pact en hoezeer daarop ook werd aangedrongen, waren de voorwaarden om tot een vergelijk te komen nog lang niet vervuld. Besprekingen werden georganiseerd in Genève en het zou twee jaar en acht maanden duren vooraleer, aan de rand van een mislukking, nog een tekst kon worden aanvaard. Het document had echter niet de waarde van een verdrag, eigenlijk ging het eerder om goede intenties. Het kreeg de naam Slotakte. Drie ‘Korven’ vol met goede voornemens zouden in het pact worden opgenomen. Daarmee zouden voortaan de betrekkingen worden geregeld - wat moest toelaten wapengeweld uit te sluiten.