Verantwoording
Het onderzoek waarvan ik in dit boek een korte samenvatting heb gegeven, werd zowel door de auteur als door zijn studenten uitgevoerd, die hem daartoe ieder gedurende enkele jaren vergezelden in de periode 1934-1972, met een onderbreking tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het onderzoek naar de berkespanner echter werd geheel onafhankelijk verricht door mijn collega dr. H.B.D. Kettlewell.
De volgende studenten hebben mij vergezeld:
D.J. Keunen, J. van Iersel, W. Kruyt, R.J. van der Linde, G. van Beusekom (Philanthus); |
G.P. Baerends en mevr. J. Baerends (Ammophila); |
L. de Ruiter en wijlen mevr. de Ruiter (schaduwcompensatie en takrupsen); |
A.D. Blest (oogvlekken); |
B.J.D. Meeuse, L.K. Boerema, wijlen W.W. Varossieau (heidevlinder); |
M.J. Moynihan, U. Weidmann en mevr. R. Weidmann, R. M'Mash, G.C. Phillips, H. Kruuk, I.J. Patterson, mej. C. Feekes, J.C. Houghton, E. Sculz, L. Gurr, G.J. Broekhuysen, R. Stamm, mej. M. Pailette (kokmeeuwen en vossen); |
H.J. Croze en mevr. N. Croze, mej. M. Impekoven, D. Franck (zoekvoorbeeld); |
J.M. Cullen en mevr. E. Cullen, mevr. H. McLannahan en J. Tinbergen (drieteenmeeuwen en anti-afgrond-gedrag). |
De foto's zijn afkomstig van de auteur, met uitzondering van die op de volgende bladzijden: 23 (Heather Angel), 25 (W. Kruyt), 61 (G.P. Baerends), 88-89 (J. Haywood), 95 (W. Kruyt), 114 (J. Haywood), 116 (Heather Angel), 128 (W. Kruyt), 129 (W. Kruyt), 160 (Heather Angel), 190 en 193 (L.C. Shaffer), 201 G.J. Broekhuysen), 224 (H.J. Croze), 248 (E. Hosking).