Juffrouw Siemus wint de drie duiten, en zooals na elk potje, schenkt juffrouw Symforosa de koffiekommekens vol. Nauw heeft juffrouw Halverdyck-Doorn er een teugje van genoten, of ze neemt tusschen twee spelen in, gebruik van de gelegenheid om van haren geliefkoosde Heilige te spreken: Sint Antonius.
Zoo weet ze onder anderen te zeggen, dat er tegenwoordig veel gesproken wordt over een wonder heiligen beeld, dat zich in het klooster bevindt waar Martienus broeder is.
Er wordt op eens iets wakker in Symforosa en zij steekt hare witte huif vooruit om beter te hooren.
‘Daar zou ik wel eens willen heengaan...... naar dit beeld,’ zegt Symforosa bevend.
‘'t Zijn nou geen tijden, mensch!’ spreekt juffrouw Halverdyck-Doorn met een zingende stem, ‘je moet nog te ver te voet gaan als je van 't spoor komt. 't Zijn slechte wegen en men heeft het druk om er door te geraken. Doe het over eenige maanden, Symforosa....’
‘Zeker,’ beaamt Begijntje Siemus heel ernstig.
‘Als 't goed weer is zal ik gaan,’ laat Symforosa uit haar mond vallen.