hij zwiert zijn eigen rond en overal waar er wat geklast is, groeien er paddestoelen. De reebok loost ammoniak. Een paddestoel houdt daarvan en daarom staan z'in den ronde.’
Na dien uitleg duikelt zijn spraak weg in een smoorwolk.
Als het over meisjes gaat, dan snuift hij gulzig de lucht op, en zegt stil een wensch, een bewondering of bedreiging. Dan spreekt hij als in een doos, om niets van de zaligheid verloren te laten gaan.
‘Om te smelten zoo'n oogen,’ of ‘Een safranen hart, ge geraakt den reuk nooit meer kwijt,’ of ‘Die zotte, die zet ik nog eens met haar gat in een biekorf.’
Hij is ongehuwd. Wat kan een boschwachter met een vrouw doen, als hij ze 's nachts alleen moet laten?
Hij zal niet trouwen. Daarvoor is hij te veel boschwachter.
Hij wil de duisternis en de stilte,