De kinderen van Jesenin
(1969)–Charles B. Timmer–
[pagina 209]
| |
NawoordDe hier aan de lezer aangeboden verzameling opstellen over contemporaine russische literatuur is in zekere zin een ‘summing up’ door iemand die de ontwikkeling van die literatuur ruim een kwart eeuw op de voet heeft gevolgd. Het resultaat van zo'n halsstarrige observatie is voor degeen die het geduld heeft deze beschouwingen ter kennis te nemen in één opzicht duidelijk: hij ziet de scheidingslijn die er bestaat tussen wat literatuur wil zijn en wat politiek is. Een onderzoek in finesses draagt het gevaar in zich dat de onvoorbereide lezer het betoog moeilijk kan volgen, tenzij hij over hetzelfde ervaringsmateriaal als de auteur beschikt, en ook kan het gebeuren dat de ter diskussie gestelde materie hem als iets dat hem niet aangaat eenvoudig verveelt. Ten onrechte, geloof ik, en wel om de klemmende reden dat de russische literatuur, óók die van heden, te beschouwen is als een soort kosmische barometer die de depressies en hoogdrukgebieden in het menselijke bestaan registreert, met zijn subtiele uitlopers en invloeden op het leven in Amsterdam, New York, Parijs of Tokio. Wat maakt een geschrift tot literatuur en wanneer is het dat niet? Het enige wat wij er met zekerheid over kunnen zeggen is dat literatuur een vorm is van menselijke mededeling, een boodschap van de een aan de ander en dat de variaties in gehalte liggen in een mindere of meerdere overtuigingskracht van die boodschap. Wie een definitie van literatuur zou willen geven, kan dan gewoon zeggen: literatuur is gecomprimeerde overtuigingskracht. Maar meteen zitten wij in een wespennest van verwarring. Immers, ook de ‘overtuigingskracht’ van het Stalinisme, van het nationaalsocialisme en dergelijke ideologieën blijkt een onbetwist historisch feit te zijn - maar wat heeft dit met literatuur te maken? En verder, ook propaganda voor een bepaalde soort zeep of margarine slaagt of mislukt door de mate van overtuigingskracht. Klaarblijkelijk liggen de normen voor wat literatuur is, toch nog ergens anders. De norm, waaraan wij het fenomeen herkennen, ligt op het vlak van een spanningsveld tussen overtuigingskracht en argwaan, ligt op de hoogtepunten van het onbe- | |
[pagina 210]
| |
sliste gevecht tussen een ja en een nee, - literatuur is altijd het eindresultaat van een worsteling tussen vervoering en walging. Zo gezien kan ik zeggen dat het enige element dat aan alle literatuur eigen is, de faktor is van een multi-interpretatie en dat het enige vreemde en vijandelijke element eraan dat van de rechtlijnigheid of de dogmatiek is, of, in russische terminologie uitgedrukt, de eis van partijdigheid. In de sowjetrussische literatuur van de laatste halve eeuw doet zich het opmerkelijke verschijnsel voor dat een regime met een politiek diktaat wel bepaalde literaire teorieën kan opstellen, waaraan iedere literaire werkzaamheid dan onderworpen wordt, maar onmachtig is om dat zekere ongrijpbare element af te dwingen, waardoor die werken ook overtuigen, een element dat klaarblijkelijk niet in de literaire teorie besloten ligt. Hoe men het ook geprobeerd heeft met prijzen, onderscheidingen, dreigementen, villa's of strafkampen, het is nooit gelukt. Een korte roman van Joeri Oljesja, Afgunst heeft het - de dikke romans van een Serafimowitsj, een Ostrowski en andere paradepaarden van het regime missen deze kracht ten enenmale. Een deel van de hier bijeengevoegde essays is in tijdschriftenGa naar voetnoot1. eerder verschenen. Enkele beschouwingen zijn op sommige punten naar een latere stand van zaken bijgewerkt. Het opstel De kinderen van Jesenin is in zijn oorspronkelijke vorm uit 1962 gehandhaafd en wordt gevolgd door een kritische beschouwing van de auteur, een poging om een bij een later onderzoek ontdekte foutieve uitgangsstelling recht te zetten. De bedoeling is ook hier, dus in het literatuuronderzoek, een spanningsveld van relaties tussen overtuigingskracht en argwaan te doen ontstaan. Dit is dan geen definitie meer van literatuur, maar van wetenschappelijke discipline. De lezer zal zich wellicht verwonderen over een afwijkende transcriptie van russische namen in de tekst en in de annotatie. In de tekst van de essays werd doorgaans de in Nederland voor niet-russisch kennende lezers toegankelijke transcriptie gebruikt; in de annotatie daarentegen de internationaal officieel erkende transcriptie, met het gevolg dat men soms de naam Jesenin als Esenin gespeld aantreft, met dezelfde uitspraak, nl. die van de j-klank voor de e. De auteur biedt zijn excuses aan voor het feit dat zelfs op dit punt een beschouwing over russische literatuur tot misverstanden kan leiden.
Charles B. Timmer |
|