Schetsen uit de geschiedenis van de monumentenzorg in Nederland
(1975)–J.A.C. Tillema– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 553]
| |
Entrefilet 5
| |
[pagina 554]
| |
E.E.G. zijn voor hun tranen ongevoelig en de boer moet zich wel aanpassen, wil hij het naakte bestaan er niet bij inschieten. Voor de inrichting en het uiterlijk aanzien van de boerderijen, vanouds zo zinvol gevariëerd naar de provincies, kan dit proces op den duur de meest vèrstrekkende gevolgen hebben. Ik heb dan niet het oog op de heel bijzondere exemplaren, waarvan ik er reeds enkele noemde en zoals er nog meer zijn. Die blijven wel ongerept in stand, als ‘museum- boerderij’, of onder de schutse van een of andere stichting. Neen, het gaat hier om de heel grote groep ‘gewone’, maar in het land toch prachtige, en voor het totale beeld zo belangrijke boerderijen, waaraan de nieuwe economie niet spoorloos voorbij kan gaan. Voor zover ze al niet ten offer vallen aan de koortsachtige groei van grotere en kleinere steden. Men kan niet elke boerderij in een
325 Boerderij De Eenhoorn, Middenweg 196, Beemster
café-restaurant veranderen, in een jeugdcentrum of in een gebouw waarin cultuur wordt bedreven. Een aantal boerderijen wordt verlaten, omdat het land bij het naastliggende wordt getrokken, in verband met de geëiste bedrijfsvergroting; op de in gebruik blijvende zal zich een ander leven ontwikkelen dan het traditionele. Menselijkerwijs is dat voor de zich handhavende boeren een zegen; niemand idealisere het vroegere leven ten plattelande! | |
[pagina 555]
| |
Wat dan te doen met die leeg komende gebouwen, die ons landschap - althans wat daarvan over is c.q. over zal blijven... - toch zo weldadig stofferen? Ik geloof dat te dien aanzien de z.g. tweede woning, voor oudere mensen vaak zelfs de enige, een uitkomst kan bieden. Dit is een begrip dat bezig is zich sinds verscheidene jaren in te burgeren, door sommigen als een elitair voorrecht verafschuwd, door anderen als een hemel op aarde beschouwd. Maar is het niet méér honorabel zich uit stad en stank en herrie bij tijd en wijle terug trekken in de rust van een eenvoudige boerderij, dan telkenjare dure verpozing te zoeken in de opzichtige en vulgaire sfeer van de op duivelse wijze gemetamorfoseerde Spaanse en Franse stranden? En zeker verdient het de voorkeur een boerderij als refugium te verkiezen boven het bederven van het landschap door het als tweede woning bouwen van wat tegenwoordig bungalow heet.
326 Beschermd dorpsgezicht, Orvelte
Echter, de stadsmens behandele een boerderij voorzichtig; het is een eerbiedwaardig gebouw, waarin vaak vele geslachten hard hebben gewerkt en sober geleefd. Hij late de grote massa's intact, hij make er geen kitsch van, houde het eenvoudig. Beter comfort is vrijwel altijd te realiseren zonder de sfeer geweld aan te doen en wie ingrijpend wil of moet verbouwen, verzekere zich van een architect met kennis van en begrip voor een boerderij. Zo'n architect was eens Jan Jans, maar soms kan een eenvoudige oude dorpstimmerman al wonderen doen. Het aldus in stand houden van het als bedrif overbodig geworden deel van het boerderijen-bestand, door bewoning en daarmee gepaard gaand redelijk onderhoud, is het bewijzen van een weldaad aan het gezicht van Nederland.Ga naar eind4 En wat de gewone in bedrijf blijvende boerderijen betreft, ach, we kunnen niet veel meer doen dan het beste ervan hopen. Techniek en economie zullen in steeds sterkere mate hun eisen gaan stellen, daaraan kan zelfs een eventuele plaatsing op de monumentenlijst niets veranderen. Onze steden worden er, visueel gesproken, niet aantrekkelijker op; in die langzame maar onweerstaanbare neergang zal ook het platteland gaan delen. Ruilverkaveling en efficiency trekken zich van het landschap vaak bitter weinig aan, al wordt heden ten dage meer aandacht dan eertijds aan imponderabele waarden geschonken. We zullen de nieuwe werktuigen met nieuwe ogen moeten leren zien: de tractor op de akker, | |
[pagina 556]
| |
inplaats van het vertrouwde paard, is zeker geen dissonant; de ‘combine’, de machtige rijdende machine die in één handeling maait, dorst en het graan in zakken doet, is een vorm van wat Kenneth Clark ‘heroic materialism’ noemde, die waarlijk imponeert.Ga naar eind5 De moderne bouwsels, uitvloeisel van ‘de bio-industrie’, zijn meestal heel wat minder indrukwekkend. Hetgeen terwille daarvan wordt opgetrokken - saaie loodsen met metalen voedersilo's - is uitgesproken lelijk, maar valt buiten de monumentenzorg, evenals veranderingen van de boerderijen zelf, indien deze geen beschermde monumenten zijn. Voor de beschermde is het al moeilijk genoeg tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te geraken; voor de rest - de overgrote meerderheid - zullen redelijk welstandstoezicht en goede voorlichting misschien enige uitkomst kunnen bieden.Ga naar eind6
327 Schaapskooi, Heille
Hoe dan ook, vastgesteld moet worden dat de komende eeuw niet over het platteland zal gaan zonder ingrijpende veranderingen teweeg te brengen, wil het boerenbedrijf in stand gehouden kunnen worden. Vervreemding van die realiteit is zinloos. Terecht heeft Ter Kuile gewaarschuwd tegen het zich overgeven aan een onhoudbare illusie, hetgeen overigens niemand, tot oordelen geroepen, behoeft te beletten naar beste weten economie en schoonheid, althans zoveel mogelijk, met elkaar te verzoenen.Ga naar eind7 Hiermee zullen ook de meest fervente minnaars van oude schoonheid, oude gebruiken, oude vertederende beelden, hoe bedroefd ook, genoegen moeten nemen. | |
[pagina 558]
| |
Huis de Steenrotse, te Middelburg, in de oorlog verwoest (zie p. 572, ann. 2)
|
|