't Gaat zeker nog niet slecht genoeg op de wereld?
- Ta, ta, zwijg, wijf, zei de eerste man, gij gaat de gansche Markt in rep en roer brengen.
- Ja, riep de tweede, daar slaat haar bladje rap genoeg voor!
Nieuw gelach barstte los.
- Vader, zei op dit oogenblik een tienjarig knaapje, ik kan niets zien.
- Wacht, mijn jongen, ik zal u opheffen, zei de man, een als schrijnwerker gekleed persoon, die achter in het gedrang stond.
En, de daad bij het woord voegend, nam hij den knaap op en plaatste hem op zijn schouder.
- Ziet ge nu?
- Ja, vader, ik zie alles, riep de knaap vroolijk.
- Kijk dan goed toe, mijn jongen.
- Ik zal goed toezien, vader.
- Ja, en let wel op den veroordeelde. Gelijk hij hier eindigt, eindigen al de kinders die vader en moeder niet eeren en beminnen.
- Ik hoor ze komen, vader! riep de knaap.
- Inderdaad, ik hoor de trommels dot roffelen - Zit dan toch wat stil, jongen, ik kan u haast niet houden.
- Daar zijn ze, daar zijn ze!
- Voor wat geld zijne moeder vermoorden, ge moet geboren monster zijn! mompelde de vrouw vol verontwaardiging.
- Wat weet gij daarvan, zeg? vroeg eensklaps eene toornige stem naast haar, waart gij mischien erbij toen de moord gedaan werd?
- God beware! riep de vrouw.
- Laat God met vrede en beschuldig uwen evenmensch niet als gij geene bewijzen tegen hem hebt, hernam de stem.
- De justitie heeft uitspraak gedaan en heeft hem plichtig gevonden.
- Kan de justicie zich niet bedriegen?
- Neen ik bedrieg mij niet, ik heb bewijzen!
- Bewijzen, riepen nu verschillige stemmen, terwijl zich de omstaande personen bijeendrongen rond den jongen man die er als een op zijn zondags gekleeden boer uitzag.
- Ja bewijznn, riep Bert, want het was inderdaad éen der smidsknechtten, ik weet en ik zweer dat Everard Dirix onschuldig is!