zijn ouden vriend ten beste zou spreken wanneer deze in de handen der Maréechausseé 's vallen mocht.
Heinke keek moeder Genoveva verbaasd aan.
Hoe wist deze, zoo scheen hij zich zelven af te vragen, welke de vroegere betrekkingen van zijnen redder Koenraad wezen konden?
En hoe wist zij dat hij Fartner hiet?
Doch, evenmin als de zuster-portierster, veroorloofde zich Heinke Bult de minste vraag te stellen.
Wat de Eerwaarde Moeder noodig oordeelt mij te verklaren, dat zal zij zeggen; voor 't overige handele zij als haar goed dunkt. Zij is veel verstandiger dan ik, voegde het brave bultenaarke er, in zich zelf, voorzichtig nog bij.
- Zoo, zoo, murmelde Moeder-Overste.
- Zij verzonk in diep gepeins.
Terwijl Heinke heur gadesloeg, kon hij een gevoel van bewondering niet bedwingen, zóó indrukkend schoon was heur fijn en besneden, eerbiedwekkend gelaat, terwijl zij zoo te peinzen zat in de nachtelijke stilte,
Na een lange poos, hief Moeder Genoveva het hoofd op.
- Heinke, sprak de zij beraden, die misdaad moet kost wat kost verijdeld worden.
- Maar hoe?
- Gij moet Berkel verwittigen.
- Maar, Eerwaarde Moeder, riep Heinke, gij weet dan niet dat mijn hoofd op prijs staat!
- Uw hoofd op prijs? vroeg Moeder Genoveva langzaam en met al de kenteekens der grootste verbazing.
- Zooals ik u te zeggen kom, Eerwaarde Moeder, herhaalde Heinke.
Nu vertelde hij wat Heintje Wimpelo hem des morgens verteld had.
- Toch moet gij gaan, zei moeder Genoveva, toen het bultenaarken met jammeren ophield. Wien wilt ge dat ik, op dit uur, nog vinde om die boodschap te verrichten?
- Wien? wel, ik weet het waarlijk niet, goede moeder Genoveva.
- Gij ziet dus wel dat gij zelf gaan moet, en dat onmiddellijk; want de tijd verloopt en ik ben overtuigd dat Berkel spoedig op weg zal zijn.