nen van de Justitie laten opscharrelen. Bedankt daarvoor! Ik zoo dom niet, zei Flip de Platte, elk zijn goesting en veel bijval, hoor!
- Luister eens, Platte, als gij het beter weet, zeg het dan, meende Schele Jan; wij hebben de zaak samen aangevat en moeten nu ook zien dat wij samen ze ten uitvoer brengen.
- Dat is verstandig gesproken, zei de Platte gevleid. En, 't zij zonder pretentie gezegd, ik, meer verstand van die zaken dan gij. Goede jongen zijt ge, knappe werkers, geen flauwerikken, maar denken verzinnen, uitvinden, zie dat gaat mij beter af.
Ja, ja, ging de Platte met blijkbare zelfvoldoening voort, daar zit in dit hoofd - hij sloeg zich daarbij voor het voorhoofd daar zit in dit hoofd vernuft genoeg om den Aartshertog in hoogst eigen persoon onvindbaar te maken, als maar iemand geld op hem bood.
- Dat is zoo, zei Schele Jan.
- Als die zaak op de Kolenmarkt mislukte, was het alleen de schuld van dien Rossen Dirk die de meid het roepen niet belet heeft......
- De vent is niet voor den stiel geboren.
- Dat heb ik altijd gezegd, veel te weekhartig, zei de Platte.
- Geen praatjes thans, bemerkte Schele Jan, en kommet uw plan voor den dag,
- Wel, dat komt in hoofdzaak op hetzelfde neer. Ik klop aan. Natuurlijk wordt er open gedaan.
- Ja, zei de Platte. want er staat geschreven: klop, en er zal u opengedaan worden.
- Zwijg, zei de Schele, en gij, ga voort.
- De meid komt dus voor en ik vraag, heel beleefd naar den officier van justitie.
Ik grijp haar dus niet in de ribben, zooals de kameraad hier voorstelde, en stel mij dus niet bloot het schepsel als een speenvarken beginnen hooren te schreeuwen.
Daar de officier van justitie afwezig zijn zal op het oogenblik