Na deze bevelen te hebben uitgedeeld, verliet de dikke waard de groote gelagkamer.
- Op den drempel der deur echter bleef hij staan. en wenkte hij den provoost eens even nader te komen.
- Gij zegt dat wij den gast rijkelijk moeten ontvangen. maar wie zal betalen?
- Ik, zei de provoost.
- Goed, goed, zei de waard gij zult tevreden zijn.
- Ik hoop het. Het kan er af, jongen! Drie duizend ducaten.
- Verkoop de huid van den...........
- Ja, ja, ik ken dat spreekwoord, mompelde de provoost, maar hier komt het niet van pas. De beer zit in de val!
- Als hij maar niet weer ontsnapt, zei de waard. God, dat zou iets geven in mijne afspannieg, als zoo'n spitsboef als..... die kerel het eens in den zin kreeg mijne afspanning het onderste boven te zetten. Ik bid u, provoost, pas toch op, en hoû hem goed vast!
- Primo ten eerste, zei Evert Doelen, wat door mij bewaard wordt is goed bewaard, en wie onder mijn handen zit komt er zoo licht niet uit! En daarbij, onder ons gezegd, die Koenraad Fartner schijnt mij in verre na zoo'n galgenaas niet te zijn als wij eerst gemeend hadden. Zijne voorgewende misdaden zijn erg overdreven, en ik ben er niet verre af te denken dat hij het slachtoffer is van...... maar, dat zijn mijne zaken niet, onderbrak de provoost zich zelven. Zorg dat wij een fiink avondmaal krijgen, dat is de hoofdzaak.
- Gij zult tevreden zijn! antwoordde dehospes, ten uiterste verheugd door de woorden van den provoost te zijn gerust gesteld nopens den gevangene; en daarmêe haaste hij zich naar de keuken.