Opeens buigt hij voorover en staart met ingehouden adem in de diepte.
Wat sluipt daar rond?
Wie is het die zijne legerstede verlaten heeft?
De graaf buigt zich nog meer voorover, op gevaar af naar beneden te storten.
Zijn oog vlamt.
Verraad! mompelt hij tusschen de tanden.
Scherper nog blikt hij toe.
Aan de overzijde van de legerplaats beweegt iets.
Eene schaduw glijdt behoedzaam langs de rotswanden voort.
Ja, nu ziet hij het duidelijk: eene gedaante treedt te voorschijn.
De maan drijft thans vrij in den onbewolkten hemel en werpt haar licht op de kampplaats.
De graaf herkent de gestalte.
Ja, hij bedriegt zich niet: 't is de bultenaar dien hij op den boschweg gevonden heeft!
Waarom sluipt die daar beneden rond?
Een spion wellicht.
De graaf balt de vuisten.
- Wee, den bochel! mompelt hij, zoo hij iets tegen ons in 't schild voert!
Heinke Haas, want die was het werkelijk, stapt behoedzaam voort.
Hij blikt naar alle kanten en schijnt de legerplaats in al hare bijzonderheden op te nemen.
Wat wil hij? Wat zoekt hij hier?
Hoor, hij mompelt enkele onverstaanbare woorden.
- Ja, ja, fluistert hij, hier is het.........
't Is reeds vele jaren geleden maar toch herinner ik het mij.
De drie gebroeders Swartz ontmoette ik bij den ingang der ingeslotene vlakte.......
Ik heb ze goed herkend, midden de bende gemaskerde ruiters die hen medevoerden........
Ik stond naast den ingang en zag hen hier verdwijnen. Sedert heeft men, in de streek, geen woord meer over hen gehoord...... Wat zou er met hen gebeurd zijn?......
- Ongelukkige, gij loopt den dood te gemoet; volg mij onmiddellijk! klonk eensklaps eene waarschuwende stem in Heinke's oor. Ginder boven staat de aanvoerder en bespiedt de minste