tuige van de onmenschelijke folteringen, zonder dat een dier duizenden menschen den moed had de verontwaardiging lucht te geven die in aller harten gloeide.
De vrees voor de helsche wetgeving van dien droeven tijd maakte allen laf.
Ondanks de hennep koorden, waarmede het slachtoffer op het kruis gebonden was, werd zijn lichaam door verschrikkelijke struiptrekkingen aangegrepen.
Nochtans, het zachte gekerm van den rampzalige werd steeds flauwer en onduidelijker...........
Het bloed vlooiede altijd aan uit de wonde..........
Drie gelijksoortige slagen met de ijzeren stang verbrijzelden beurtelings den anderen arm en de beide beenen.
Bij den laatsten slag was het zuchten van het slachtoffer om zoo te zeggen onhoorbaar.
De oogen, reeds half gebroken, vielen dicht. Het hoofd werd wit als marmer, daarna olijfkleurig geel. De tanden klapperden op elkander eene laatste stuiptrekking deed de lippen trillen en toen was het arme slachtoffer eindelijk uit het lijden verlost.....
- Wat helsche beulen, riep Heintje.
- Wat afgrijselijk lot, hernam Fransen. Nietwaar dat hij wel dwaas en onzinnig handelen zou, degene, die zich in de gelegenheid stellen zou dergelijk lot te ondergaan.
- Ik meen het anders. zei Heintje.
- Dwaasheid, dwaasheid herhaalde Fransen bedenkelijk het hoofd schuddend.
- Het ware lafheid den onschuldige aan het verschrikkelijkste lot over te laten wanneer men hem redden kan, zei Heintje, en, weigert gij mij te helpen, dan.........
- Wees zoo voortvarend niet, bid ik u, sprak Fransen hem in de rede vallend, mijn verhaal is nog niet ten einde.
Nadat ook de ijselijke strafuitvoering van den tweeden veroordeelde op dezelfde wijze was voltrokken, verliet de menigte in sombere stilzwijgendheid de Groote Markt.
Beide slachtoffers bleven liggen op het schavot, door eene sterke wacht omzet
Tegen den avond kwam de beul met zijne knechten terug om zijn ijselijk werk te voltrekken.