De deur was wel niet op slot, maar de buitendeur was toch steeds gesloten,
Waarom kwam ze hier?
- Omdat ik u mijne voorspelling herinneren moet, klonk eene drooge, schorre stem.
- God dank, zuchtte Everard. Zij spreekt.
Hij trachtte wat ruimer adem te halen, doch het gelukte hem niet.
Pijnlijk hijgde zijne borst onder den verpletterenden last der vrouw.
Gij zult in een groot gevaar verkeeren. Op het oogenblik gered te worden, zult gij toch gansch verloren gaan...... zei de vrouw, en grinnikte daarbij zoo ontzettend dat Everard er ijskoud van werd.
- Gij zeidet mij dat reeds, waarom komt ge dan bij nacht terug.
- Omdat gij het laatste deel mijner voorspelling nog niet kent. Eene is er die u redden kan, Zij heeft u lief genoeg om voor u alles op te offeren, alles; zelfs hare maagdelijke eer.....
- Wie bedoelt gij? vroeg Everard.
Wie anders dan zij, wie gij heden avond tot vrouw vreegt?
- Roze Kate.
- Zij inderdaad. - Alles wat mogelijk is te beproeven om u te redden, zal zij beproeven, doch dat alles zal nutteloos zijn.
Een somber noodlot is het uwe. Zie.......
Zoo sprekend trok de vrouw het roode doek van haar gelaat een weinig af.
Een rauwe kreet ontsnapte aan Everard's mond.
In de trekken der vrouw herkende hij eensklaps die zijner eigene moeder, doch doodsbleek, met gesloten oogen en pijnlijk vertrokken mond. Het roode doek was eensklaps een groot akelig spinneweb in bloed gedoopt.
Een duivelsch gelach trok Eevrard uit den staat van afgrijwaarin hij was.
- Moordenaar! klonk het, moedermoorder!
Alle geweld inspannend rukte Everard zich nu los, sprong van