- Neen. Wellicht zullen die ons nu of nooit meer verontrusten, maar er is erger.
- Erger! Wat bedoelt ge? spreek toch in 's hemels naam.
- Ernest van Colmar, hun meester, die is nog in vrijheid en die is veel meer te duchten dan zijne onervarene schildknapen.
- Wat hebben wij dan zoo verschrikkelijks van dezen te vrezen, vroeg de baronnes die weer herademde.
- Alles.
- Maar hij vermoedt toch niets? vroeg de baronnes die weer door een onzeggelijk gevoel van angst bemeesterd werd.
- Ik vrees dat hij niet alleen iets vermoedt, maar dat hij op het punt is dit vermoeden tot zekerheid te zien overgaan.
De baronnes van Hamel werd bleek.
- Hij is onderricht, sprak Joris verder.
Boer Dirix heeft hem over een paar dagen in druk gesprek gezien met dien vervloekten bultenaar dien ze in 't dorp Heinke Haas noemen. Deze staat op vriendschappelijken voet met Judde-Marie en de gevolgtrekking schijnt mij niet moeielijk. Overigens, boer Dirix heeft Heinke gevolgd en zag hem, na zijne samenspraak met dien Ernest van Colmar, terug naar den kant van Judde-Marie loopen, zooveel hij loopen kon.
Sedert dien dag heeft de Oostenrijker alles in 't werk gesteld om ons spoor en onze inzichten te ontdekken en, dat hij hierin maar al te wel gelukt is, blijkt hieruit dat hij zich op dezen zelfden stond onder dit dak bevindt!
Hadde de bliksem voor de voeten neergevallen van de vrouw die wij als baronnes van Hamelen kennen leerden, dit zou geen heviger ontsteltenis bij haar hebben kunnen te weeg brengen.
- Hier? riep zij! hier en hoe gebeurde dat?
- Ik bid u, baronnes, geene nuttelooze uitroepingen. Het gevaar is althans in zooverre afgeweerd dat Ernest van Colmar in onze handen is en wij hem in onze macht kunnen houden zoolang ons zulks noodig mocht blijken, indien gij ten minste daartoe de noodige koelbloedigheid bewaart.
Ik heb u daarenboven nog over andere gewichtige gebeurtenissen te onderhouden.
Wij hebben nog een uur om te beraadslagen; want vóór middernacht kunnen wij niets uitvoeren.
De baronnes, die inmiddels weer een weinig tot kalmte gekomen was, leidde den eremijt nu naar een aanpalend klein ver-