Noch uwe deugd, noch uwe onverschilligheid jegens hem, zouden echter bij machte wezen u tegen zijne listen en lagen te beschermen.
Gij moet dus zijne nabijheid ontvluchten en daarom heb ik besloten, u aan zijne nasporingen te onttrekken.
Ik acht het echter noodzakelijk dat gij de streek verlatet, want de jonge graaf zal niet eerder rusten voordat hij uw verblijf heeft opgespoord.
Zijt gij derhalve bereid mijnen raad te volgen?
- Edele dame, ik ben u de hoogste dankbaarheid verschuldigd, antwoordde Angela, en zal alles doen wat gij mij, in uw of mijn belang zult aanraden, doch ik ben een hulpeloos en zwak meisje; waarheen wilt gij dan dat ik mijne schreden richte?
- Gij zult naar Brussel gaan. Daar zult gij, door mijn toedoen in betrekking komen met een jong, doch zeer invloedrijk edelman, die u onder zijne bescherming nemen zal. Hij zal u zeggen hoe gij verder te handelen hebt.
- Hoe zal ik dien edelman vinden? vroeg Angela.
- Judde-Marie zal u geleiden, hernam de dame, doch kunt gij mij verspreken dat gij nooit met woord of teeken iets verraden zult?
- Ik zal niets doen wat u eenigerwijze in nood of last brengen zal, zeide Angela.
- Wacht hier enkele oogenblikken, sprak de dame opstaande. Zij ging naar eene in den hoek openstaande deur en verdween.
Enkele oogenblikken later kwam zij terug, gevolgd door eene gesluierde vrouw.
- Deze zal uwe geleidster zijn tot bij den uitgang, sprak de dame. Ik heb verder alles voor uw vertrek en uwe vlucht besproken. Ga mijne dochter en dat God u behoede!
De dame strekte zegenend de handen uit over het jonge meisje, dat neergeknield zat.
Daarna verwijderde zij zich snel.
Angela stond op, volgde de gesluierde vrouw en bevond zich weldra in de onderaardsche gangen.